Nadenken over anders wonen
Onlangs nam Marieke Vossen een podcast op over Wijzer Wonen. Dat deed ze samen met Janske Schapendonk. Deze gezellige dame op leeftijd werd door Marieke als voorbeeld gezien, vertelt ze aan het begin van dit interview met WOWW: “Janske is echt een held wat mij betreft. Ze is van een huis naar een appartement gegaan en zegt daarover: ‘Ik wil afbouwen. Want er zitten veel jonge mensen thuis. En zij zijn de toekomst.’ Ik vind het krachtig dat je dan die stap durft te nemen, terwijl je ook in je wat groter huis prima woonde.”
De stap nemen naar een kleinere woning, gebeurt nog te weinig. In beweging komen blijkt op alle vlakken rondom ouder worden ingewikkeld. Marieke schetst de dagelijkse praktijk die zij in haar werk tegenkomt als het gaat om wonen en de toekomst. “Je ziet een enorme huishoudensverdunning, zoals we dat noemen. Mensen zijn jaren geleden met hun gezin in een huis gaan wonen, maar nu, na het uitvliegen van de kinderen en soms het overlijden van een partner, alleen in datzelfde huis blijven wonen. De omgeving is vertrouwd, de kinderen wonen misschien in de buurt en ze hebben er mooie herinneringen. Als ze al willen verhuizen, dan wel graag binnen dezelfde wijk, met dezelfde huurlasten en het liefst zonder concessies. En als dat niet lukt, dan blijven ze liever in dat ruime huis wonen terwijl dat niet afgestemd is op hun veranderende woonwensen.”
“Wat we ook zien is de groep jonge senioren vanaf zestig jaar die liever niet willen nadenken over de toekomst van wonen. Die zeggen ‘Ik ben nog helemaal niet oud! Ik werk nog! Er is niks aan de hand.’ Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat dat over 10 jaar nog steeds zo is. Het is echt van belang om ook deze groep te bewegen om op tijd te gaan nadenken over verhuizen of aanpassen van de woning.
En de laatste groep die ‘ouder wonen’ betreft, is een groep die echt wel al wat begint te mankeren, of zelfs behoorlijke klachten hebben. Regelmatig zien we situaties waarin mensen niet eens meer kúnnen nadenken over anders wonen. Het water staat ze aan de lippen.”
Wat zijn situaties waar ik dan aan moet denken?
“Denk aan problemen bij dementie of fysieke beperkingen waardoor de woning niet meer geschikt is. Ze willen vaak niet weg, en dat begrijp ik volledig, maar je ziet dat ze het niet gaan redden. Het huis is te groot, niet gelijkvloers en met hun mentale en/of fysieke uitdaging niet volledig veilig. Opeens komt dan de vraag: kunnen we met spoed naar een appartement? Maar dat gaat niet. Ze handelen als het te laat is, en komen vervolgens met begrijpelijke eisen die niet haalbaar en realistisch zijn.
Wat bedoel je precies met begrijpelijke eisen?
“Als mensen vallen met ernstige gevolgen, bijvoorbeeld. Dan moet er met spoed verhuisd worden, of er moet zo snel mogelijk een keuken worden aangepast. Of er moet acuut een traplift of inloopdouche komen. Maar wij kunnen niet acuut overal badkamers aanpassen. Bovendien heb je ook nog te maken met allerlei regels en financiën vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) waardoor acuut dus eigenlijk niet bestaat. En de gevolgen van een niet-passende woning geven een hoop ellende. Voor de bewoners, voor de mantelzorgers, voor de kinderen, voor de thuiszorg.”
“Wat ik ermee wil zeggen: als je op dit moment, als 50- of 60-jarige gaat denken: maar zo’n crisis wil ik dus nooit voor mijzelf of mijn ouders: dan moet je actie ondernemen. En je hoeft niet meteen te verhuizen, helemaal niet zelfs. Het enige wat je mag doen is een plan maken. Stap 1? Schrijf je in. Ook als je nog geen enkele behoefte in die richting hebt of een koopwoning bezit: inschrijven. Het is gratis, kan vanaf je 18e en als het straks nodig is, heb je eerder kans op een passend huis.
Maar dan nog spreken we het met het woningtekort en de vergrijzing over een inschrijving van 10 jaar.”
Sommige mensen geven aan dat ze wel willen verhuizen, maar dat ze dan meer moeten betalen. Wat is de reden daarvan?
“Als ik kijk naar bijvoorbeeld zeventigplussers, dan zie je dat zij vaak in een relatief oudere eengezinswoning wonen. Zij willen graag naar jongere gelijkvloerse woningen of nieuwbouwappartementen. Die zijn in verhouding duurder, bijvoorbeeld door materialengebruik en energiezuinige maatregelen. Maar je moet de volledige optelsom maken. Mensen kijken vaak alleen naar de huurlasten. Toch is de energierekening lager, want de woning is moderner en kleiner. Verzekeringen zijn soms goedkoper en er zijn ook voordelen die je niet kunt uitdrukken in geld. Janske vertelt dat in de podcast heel mooi, ‘Ik heb hier buren die naar me omkijken. Ik heb een buurman die af en toe voor me kan rijden. De Walnoot zit om de hoek en daar drink ik iedere dinsdag een kopje koffie. En in dat eengezinshuis waar ik woonde, daar was dat allemaal niet.’ Het is dus ook van belang dat we op een andere manier naar het wonen gaan kijken. Niet alleen naar de huur, ook naar de toekomst en comfort.”
Kun je dat eens concreet maken?
“Stel je voor, je woont nu met je 60 jaar in een eengezinshuis, kan je daar dan blijven wonen?
Is je huis geschikt en is jouw netwerk geschikt? Welke 7 mensen heb jij om je heen die daadwerkelijk kunnen helpen? Dan zeggen mensen, ‘Ik heb best wel wat vrienden dus dat komt goed.’ Maar jouw vrienden, die hebben straks dezelfde vragen. Dus er is helemaal geen garantie dat zij voor jou klaarstaan. Wat als je ineens de diagnose dementie krijgt, of een andere rotziekte? Of wat als je partner plotseling overlijdt? Die gebeurtenissen zijn helaas de werkelijkheid. Denk dus na over verschillende scenario's.”
Wie hoop jij met jouw verhaal te bereiken?
“Zoveel mogelijk mensen natuurlijk, maar de vijftigers kunnen in dit vraagstuk een rol spelen. Zij hebben te maken (gehad) met mantelzorg en moeten misschien nadenken over de toekomst van hun ouders en zeker ook over die van zichzelf. Hoe wil je ouder worden? Hoe woon ik comfortabel? Hoe blijf ik zelfredzaam? Want die thuiszorg gaat niet meer komen. Ik kan helaas uit ervaring zeggen dan het een enorm gedoe is om zorg te regelen, zeker als je daar net als ik onvoorbereid in gaat.”
In de podcast vertelde Marieke al over de heftige situatie waar ze de afgelopen jaren zelf mee moest omgaan en de reden waarom ze sympathie heeft voor WOWW. Ze licht toe: “Mijn ouders hadden acuut zorg nodig. In de afgelopen drie jaar heb ik meegemaakt en gezien wat dat inhoudt. Indicaties, wachtlijsten en ik denk oprecht dat ik 20 verzorgingshuizen heb moeten bellen omdat het thuis gewoon niet meer ging. Maar er was nergens plek. Uiteindelijk is het gelukt, vanuit deze ervaring drijft het me om mensen te adviseren om stappen te nemen. Inschrijven bij de woningbouw of bij een verzorgingshuis is erg verstandig. Een deel van wijzer oud worden is ook wijzer wonen.”
Over zorgen voor je ouders: mensen staan er nu voor open om hun ouders in huis te nemen, als er nergens plek is. Kan dat eigenlijk ook in een huurhuis?
“In een huurhuis heb je het in dat geval meestal over friendscontracten, ook bij JOOST is die contractvorm er. Dat betekent meerdere eenpersoonshuishouders onder één dak, met één huurcontract. Waar mensen vervolgens vaak tegen aanlopen is de regelgeving rondom inkomen. Als je vader of moeder in huis komt wonen, of volwassen kleinkinderen gaan bij opa en oma wonen, dan wordt op het inkomen gekort. Dat vinden mensen dan vaak heel oneerlijk. Het maakt dat het een stuk minder aantrekkelijk wordt.”
Hoe kijk jij daarnaar? Dit tekort is zo nijpend dat je dan kan denken: 'we maken de komende jaren uitzonderingen totdat er meer woningen zijn'.”
“Deze landelijke wetten en regels zijn ooit gemaakt met de gedachte van een klassiek huishouden waarbij je kosten deelt. Als je dan jouw vader of moeder in huis neemt, dan is dat een beetje een grijs gebied. Je gaat diezelfde kosten misschien delen en dan is het niet helemaal oneerlijk dat je gekort wordt op je uitkering. Feit is wel dat het dus blijkbaar onaantrekkelijk voor mensen wordt om die stappen te nemen. De oplossing? Ik denk dat wij naar modernere en flexibele wet- en regelgeving moeten, die aansluiten op de realiteit. Daarin zijn nu allemaal ontwikkelingen gaande. Als driehoek van gemeente, JOOST en zorgorganisaties zijn wij daar volop mee bezig.”
Zie jij daar op korte termijn verandering in?
“Wij overleggen met gemeenten en ook zorgpartners. Vooropgesteld, niemand ontkent dit probleem en iedereen ziet dat we samen creatieve oplossingen moeten bedenken. We voelen allemaal die urgentie, hebben er misschien zelf wel mee te maken. Het woningtekort raakt ons allemaal. Ook woningcorporaties lopen tegen bouwbeperkingen zoals ruimtegebrek aan. Wij kijken daarom ondertussen ook naar opties als huizen splitsen of het aantrekkelijk maken om leegstaande kamers in eengezinswoningen te verhuren. Denk daarbij aan de hospita’s van vroeger. Maar dit is allemaal niet van vandaag op morgen geregeld, helaas.”
Bestaan er meer idealisten die net als Janske zeggen ‘ik wil wel kleiner wonen zodat er ruimte is voor starters.
Héél soms. Maar het komt vaker voor dat mensen met die boodschap komen en dan ook een wensenlijst meenemen. Uiteraard gaat het dan over de kosten en er spelen andere dingen mee. Want besef je wel, het is nogal wat als je na 40 jaar besluit om kleiner te gaan wonen. Je moet opruimen, spullen wegdoen en wennen aan iets nieuws. Het is trouwens wel zo dat áls mensen die overstap maken, ze meestal na een maand al zeggen; ik had dit veel eerder moeten doen.
En wat is dan het grootste voordeel dat ze ervaren?
Dat is het totaalplaatje. Overzichtelijker, minder te onderhouden, in een appartementencomplex heb je meer contact met de buurman. Er wordt soms wat georganiseerd en dat vindt men fijn. En ‘Wat fijn dat ik nu mijn kinderen iets minder hoef te belasten.’ Die gedachten en gevoelens spelen ook mee.
Als mensen dit artikel hebben gelezen en denken, ja, ik wil best wel kleiner wonen en doorschuiven, is er dan iets mogelijk?
“Als jij volgende week belt, dan is het niet zo dat er over een maand een huis voor je is. Dat is erg afhankelijk van de inschrijftijd die je hebt. Vandaar ook mijn eerdere oproep tot inschrijving en om alvast na te denken. Ben je eventueel bereid om in een andere wijk, of zelfs een andere kern, te gaan wonen, dat helpt allemaal om je kansen te vergroten. Dus hoe eerder je daar al mee bezig bent, hoe soepeler het straks verloopt. Als je nu 60 bent heb je hopelijk heel veel jaren de tijd om aan het idee te wennen en als het zover is minder kans op problemen.”
Je sprak al eerder over de rol van de mantelzorgers in dit vraagstuk, hoe ziet die er idealiter dan uit?
“De meeste mensen beginnen met nadenken over een andere woning als ze al over de 70 zijn. Op die leeftijd overzie je het niet altijd meer. De mantelzorger, die kan het verschil maken. Het klinkt heel gek, maar soms moet je eerst zelf dingen uitzoeken en het dan pas presenteren aan je vader of moeder. Het is veel fijner als je al meteen hun vragen kunt beantwoorden. Zomaar vragen: ‘nou, waar wil je straks wonen’, dat is te veel.”
Die kinderen van Janske zijn ook echte heldinnen omdat ze proactief handelden, zegt Marieke. “Ze onderzochten opties voor een verzorgingshuis en vroegen concreet: ‘Mogen we je inschrijven bij dit verzorgingshuis voor als het ooit nodig is?’ Janske stemt toe, met de kanttekening dat ze uiteindelijk zelf beslist. Dit vind ik een voorbeeld van lef en vooruitzien van beide generaties. En als Janske over een tijd niet meer thuis kan wonen, dan hebben ze misschien geluk, dat ze dan ergens in de buurt terecht kunnen.
Marieke vertelt tot slot dat ze hoopt mensen te inspireren, ook vanuit haar eigen ervaring.
“Ik hoop echt dat ik mensen kan aanzetten tot nadenken. Niks moet natuurlijk. Maar mijn boodschap is vooral: bereid je voor, neem de tijd, wij voelen die urgentie en er komt een moment dat jij of je ouders dat ook voelen. En soms had de urgentie voorkomen kunnen worden. Besef dat er grenzen zijn aan zowel wonen als zorg en maak een plan. Dat het geen populaire boodschap is, dat realiseer ik me. Maar door wat ik zelf heb meegemaakt, ga ik die wel brengen.”